Een gesprek met Rebecca Saive

Een startup vergroot toch juist je aanzien?

Het stoort de Duitse Rebecca Saive dat haar Nederlandse collega’s haar vragen: ben je nou academicus of ondernemer? Waarom zou je voor het een of het ander moeten kiezen? Bij het California Institute of Technology, waar ze vier jaar werkte, geniet je als wetenschapper die startups voortbrengt vaak meer aanzien. We moeten dan ook af van die hokjesmentaliteit, vindt Saive.

Al op driejarige leeftijd wist Saive dat ze professor wilde worden. Haar ouders waren scheikundigen, en omdat zij niet altijd oppas hadden, moest kleine Rebecca af en toe mee naar het laboratorium van de Universität Heidelberg en naar afspraken met ‘de professor’. ‘Mijn ouders spraken altijd met veel respect over hem, en noemden hem “de man die alles weet”. Hij was ook nog eens ontzettend aardig.’ Hoewel ze er later ook nog over dacht om lerares, dierenarts of professioneel danser te worden, bleef de droom om professor te worden. Nu ze in een zogeheten tenure track zit, is de verwachting dat ze zich binnenkort daadwerkelijk ‘full professor’, of hoogleraar, mag noemen. Dat heeft even geduurd. Als ‘assistant professor’ mag je je in het buitenland al gewoon professor noemen, zegt ze, maar in Nederland is dat ongebruikelijk. Een van de vele culturele verschillen waar zij zich als buitenlandse over verbaast, maar daarover later meer.

Saive was ook al op jonge leeftijd vastberaden om zonnepanelen beter te maken. Ze promoveerde aan de Universität Heidelberg op ladingtransport in zonnecellen en werkte daarna aan het Amerikaanse California Institute of Technology (Caltech) aan lichtinteractie met materialen. Ze bleef er vier jaar. Een korte zoektocht bracht haar in Twente, onder andere omdat ze onder de indruk was van het MESA+ NanoLab. ‘Ik vond het een van de beste universitaire clean rooms die ik ooit had gezien. Er is een hele goede clean room met veel verschillende, gespecialiseerde apparatuur, die goed wordt onderhouden en kwalitatief hoogwaardige resultaten geeft.’

Rebecca Saive is professor Inorganic Materials Science aan de Universiteit Twente. Daar heeft ze haar eigen onderzoeksgroep. Ze was ook mede-oprichter en CTO van ETC Solar, maar ze is recent uit het bedrijf gestapt. Saive werkt aan nieuwe ideeën op het gebied van zonne-energie, die ze ook commercieel wil toepassen.

Naast die toegepaste projecten ontving ze ook een VIDI-subsidie voor onderzoek naar het combineren van zonne-energie met piëzo-elektrische materialen, waardoor je zonne-energie voor bewegende doeleinden kunt gebruiken. Ze werkte als postdoc en senior onderzoeker aan het California Institute of Technology.

‘Veel Nederlandse academici denken nog te veel vanuit de traditionele disciplines: natuurkunde, wiskunde, scheikunde of werktuigbouwkunde.

Iets écht beter maken

Saive had echter nooit gedacht dat ze co-founder en CTO van een startup zou worden; dat stond nooit op haar wensenlijstje. Maar de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven was voor haar altijd wel vanzelfsprekend. In het laboratorium in Heidelberg werkten verschillende universiteiten en bedrijven samen en ze liep stage bij chemiebedrijf BASF. ‘Veel van mijn dagelijkse collega’s kwamen uit het bedrijfsleven. Maar zij waren nooit geïnteresseerd in waarom iets werkt. Ik wilde juist eerst écht begrijpen waarom en hoe iets werkt, en op basis van die kennis iets uitvinden dat écht beter is, en niet slechts een incrementele verbetering is.’ Bij Caltech was de verwevenheid tussen universiteit en bedrijfsleven nog vanzelfsprekender. ‘Daar maakt men geen onderscheid tussen een fundamentele wetenschapper en een wetenschappelijk ondernemer. Sterker nog, je geniet er vaak meer aanzien als je als wetenschapper ook startups voortbrengt.’ Dat wil niet zeggen dat er bij Caltech nooit discussies waren over belangenverstrengeling. Zo is het ook daar in principe niet de bedoeling dat er onderzoeksgeld naar startup-activiteiten gaat. Maar startups mogen wel gebruik maken van universitaire labfaciliteiten. De vraag is alleen tot welk moment – wanneer is een startup de universitaire wereld ontgroeid en moet het zijn eigen onderzoek gaan financieren? Dat is vaak nog onderwerp van onderhandeling. In Twente is dat overigens niet anders. Het MESA+ NanoLab heeft Saive minder tot haar beschikking dan ze zou willen. Omdat de apparaten in perfecte conditie moeten blijven, zijn veel experimentele (studenten)projecten niet toegestaan.

Stroeve gesprekken

Tijdens haar verblijf in Californië vond Saive een methode uit om de zilveren lijnen op zonnepanelen dunner te maken, en in een driehoeksvorm. Zilver reflecteert licht, terwijl je juist wilt dat een zonnepaneel zoveel mogelijk licht absorbeert. Door de grootte en vorm aan te passen neemt het rendement van zonnepanelen toe. Samen met haar begeleider Harry Atwater en voormalig masterstudent, de Nederlander Thomas Russel, werkte ze het idee uit. In Twente werkte ze verder aan de technologie, en wilde ze een officiële startup oprichten, maar dat viel in het begin nog niet mee. Ze klopte aan bij Novel-T, het ‘technology transfer office’ van de Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, de provincie en gemeenten, maar de gesprekken verliepen erg stroef. ‘Ik kende het systeem en de mensen nog niet. Tijdens het eerste gesprek vertelden ze dat ze zestig procent van de aandelen in de startup wilden. Daar sloeg ik steil van achterover; ik vond het belachelijk. Maar pas later begreep ik dat wat er in een gesprek gezegd wordt niet direct vastligt. En dat valt me ook bij andere gesprekken met Nederlanders op. Waar er eerst een harde eis geldt, blijkt er later toch meer mogelijk. Maar ook andersom merkte ik dat mensen hun beloftes niet altijd nakomen.’ Saive kwam er in ieder geval niet uit met Novel-T, en omdat Caltech het intellectuele eigendom bezat, in plaats van de Universiteit Twente, stond het haar vrij om financiering elders te zoeken. ‘Pas later begreep ik dat het aandelenpercentage afhangt van de mate van ondersteuning die je krijgt, in hoeverre het intellectuele eigendom van de universiteit is, en dat bijvoorbeeld het percentage snel teruggeschroefd kan worden naarmate het bedrijf groeit.’

Inmiddels is Saive uit het bedrijf gestapt, omdat de productiefase waarin het bedrijf nu zit voor een natuurkundige minder interessant is dan de beginfase waarin hardcore fysica en technologische creativiteit belangrijk zijn. Ze werkt aan twee nieuwe ideeën waar ze ook commerciële potentie in ziet; een andere methode om driehoekige lijnen op zonnepanelen te maken, maar ook een compleet ander idee, namelijk aan een soort reflecterend scherm dat zonnestralen gebundeld naar een zonnepaneel stuurt. Voor deze ideeën wil ze wel weer bij Novel-T aankloppen. ‘Inmiddels heb ik een heel goede band met Novel-T. Het heeft me goed geholpen met het aanvragen van patenten. Het heeft een uitstekend track record, wil echt bij de beste TTO’s van Europa behoren en probeert zo ondersteunend als mogelijk te zijn.’

Ze was finalist voor de EU Prize for Women Innovators in 2020, was in 2019 een van MIT’s Europese ‘Innovators under 35’ en in 2020 werd ze geselecteerd voor de mondiale ‘Innovators under 35’-award van MIT. 

'' Ik vond het MESA+NanoLab een van de beste universitaire clean rooms die ik ooit had gezien.''

Eerst de diepte in

Hoewel Twente voorop loopt in het stimuleren van ondernemerschap, valt er aan de Nederlandse mentaliteit nog wel wat te verbeteren, denkt Saive. Nog te vaak krijgt ze de vraag: ben je nu een ingenieur of een natuurkundige? Terwijl voor haar het verschil minder belangrijk is. ‘Veel Nederlandse academici denken nog te veel vanuit de traditionele disciplines: natuurkunde, wiskunde, scheikunde of werktuigbouwkunde. Voor het onderwijs is dat heel goed; ik ben er een groot voorstander van om helemaal de diepte in te duiken en je eigen vakgebied eerst heel goed te kennen. Ik ben dan ook geen fan van de moderne hybride studies, die meerdere vakgebieden combineren. Natuurlijk zitten er uitzonderingen tussen, maar over het algemeen missen deze studenten de vaardigheden en de fundamentele kennis om met écht baanbrekende vernieuwing te komen.’ Wat Saive betreft moet je een vakgebied dus eerst zeer grondig bestuderen, maar is het essentieel dat je daarna als het ware eruit wordt getrokken, en je richt op de bijdrage die jij met je kennis aan de samenleving kunt leveren. ‘Als je aan moderne onderwerpen werkt, dan gaat die overgang van nature. Maar de meeste natuurkundigen zijn vooral nieuwsgierigheidsgedreven. Door de cultuur in de VS word je automatisch uit je bubbel getrokken, doordat er bijvoorbeeld bij presentaties al vrij snel wordt gevraagd: heb je wel een haalbaarheidsanalyse gedaan? Zijn de materialen waar je aan werkt wel betaalbaar en beschikbaar? Kun je dit wel opschalen tot massaproductie?’

Saive heeft wel een idee hoe je fundamenteel georiënteerde studenten en promovendi uit hun cocon kunt krijgen: een pitchcompetitie. ‘Niet direct om een startup te beginnen, want dat zou ze te veel afschrikken. Maar wel om ze aan het denken te zetten in hoeverre zij kunnen bijdragen aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Als je hen bijvoorbeeld als prijs het bezoek aan een buitenlands congres aanbiedt, dan zijn ze vast over te halen om mee te doen.’ Op die manier kunnen ook de doorgewinterde ‘zolderkamergeleerden’ wat Saive betreft impact maken.

Drie punten voor verdere overpeinzing en discussie:

  • Zouden we wetenschappers die ook ondernemer zijn niet meer moeten omarmen en waarderen?
  • Waarom vragen we wetenschappers om te kiezen tussen hun onderneming of de universiteit?
  • Hoe kunnen we nieuwsgierigheidsgedreven wetenschappers al in een vroege fase over impact laten nadenken?

Lees hier de verhalen van andere ondernemende wetenschappers